Eefje is 10 jaar oud. Ze gaat naar school en wordt gepest door klasgenoten. Eefje is hierover verdrietig en wil niet meer naar school. Haar moeder maakt zich zorgen en gaat met Eefje naar de huisarts. De huisarts vermoedt “depressie” en stuurt Eefje door naar de GGZ. Tijdens de intake bij de GZZ wordt het vermoeden van de huisarts bevestigd. Eefje heeft een depressie en krijgt medicatie en therapie. Eefje voelt zich verdrietig en omdat ze depressief is krijgt ze vaak de vraag of ze niet moe of lusteloos is… “Ja nu je het zegt”, Eefje voelt zich inderdaad wel moe en lusteloos.
Eefje heeft steeds minder zin om naar school te gaan en hoort haar moeder tegen andere volwassene zeggen dat dit komt omdat “ze depressief is”. Eefje hoeft even niet meer naar school, ze is immers depressief en kan zich daarom niet goed concentreren. Na een moeilijk jaar kan Eefje weer naar school. Ze is nog steeds lusteloos, moe en kan zich niet goed concentreren. Ze maakt weinig contact met andere kinderen uit angst om gepest te worden. Ze denkt dat ze beter op zichzelf kan blijven om zo het pesten te voorkomen. Het pesten neemt hierdoor juist grotere vormen aan.
Een juf in de klas zegt tegen haar moeder dat dit gedrag lijkt op autisme. De moeder van Eefje laat het niet los en bespreekt de vermoedens met de GGZ. Daar worden haar zorgen serieus genomen en Eefje wordt onderzocht. Ze krijgt de diagnose autisme want ze maakt slecht contact met anderen en ze kan zich ook niet goed concentreren met alle prikkels in de klas. Eefje hoort veel over autisme. Zo kan ze goed vertellen tegen anderen waarom ze afwezig lijkt. Ze zit tenslotte vooral in haar eigen wereldje door haar autisme.
Eefje komt met moeite haar basisschool tijd door. Het zou eigenlijk beter zijn als ze naar speciaal onderwijs zou gaan, daar zijn ze beter voorbereid op een puber met depressie en autisme. Toch besluiten Eefje en haar ouders dat ze haar vmbo kader ook op een normale school kan doen. Alles draait al zo om haar diagnoses. Op de nieuwe school moet Eefje erg wennen. Logisch ook want ze heeft autisme en kan niet zo snel schakelen. Eefje neemt zich voor dat ze zich niet weer wil laten pesten en besluit dit keer gewoon mee te doen met de kinderen in plaats van zich terug te trekken.
Eefje ontdekt dat als ze mee doet met het drukke gedrag dat het pesten dan vermindert. Sommige kinderen zijn zelfs een beetje bang voor haar. Na wat incidenten op school moeten de ouders van Eefje op school komen. Ze krijgen te horen dat Eefje heel druk is in de klas en zich niet kan concentreren. Eefjes ouders leggen uit dat Eefje depressief is en autisme heeft. “Echt waar? Het lijkt wel ADHD”, krijgen de ouders te horen. De moeder van Eefje wil dat het wordt opgelost en neemt opnieuw contact op met de GGZ. Ze legt de bevindingen van school voor en de behandelaar geeft aan wel een gaatje te hebben om Eefje te ontvangen.
In een gesprek doet Eefje haar verhaal. De behandelaar is het er mee eens dat verder onderzoek nodig is. ADHD zou zeker wel aanwezig kunnen zijn. Eefje wordt opnieuw onderzocht en ze blijkt inderdaad ADHD te hebben. Eefje krijgt nog een stempel opgeplakt.
Met drie diagnoses op inmiddels 13-jarige leeftijd is Eefje een bijzonder meisje. Het maakt haar vreemd, raar en een beetje eng in de ogen van andere pubers om haar heen. Eefje begint zich steeds meer te gedragen naar de verschillende diagnoses omdat dit ook van haar verwacht lijkt te worden. Haar gedrag en haar manier van denken en voelen worden steeds gerelateerd aan depressie, autisme en/of ADHD. Eefje voelt zich een beetje gek en gaat zich afzetten. In haar puberteit had ze toch gewoon “normaal” willen zijn! Ze is vooral boos en driftig en laat dit ook goed merken. Omdat school en ouders zich steeds meer zorgen maken worden er nog meer afspraken gemaakt bij de GGZ.
Het gaat niet goed met Eefje. Ze blijkt ook nog ODD te hebben. Dit is een oppositioneel opstandige gedragsstoornis. Nog meer stempels voor Eefje. Met 4 diagnoses is Eefje haar middelbareschooltijd met veel pijn en moeite doorgekomen. Haar drukke gedrag en haar manier van omgaan met anderen heeft haar vaak in de problemen gebracht.
Na de middelbare school ontmoet ze een leuke jongen. Ze is verliefd en wil graag verkering. Ze doet er van alles aan om hem duidelijk te maken dat ze hem leuk vindt. Eefje heeft door haar diagnoses nooit geleerd hoe ze met afstand en nabijheid moet omgaan. Zij is tenslotte een depressieve autist met ADHD en opstandig gedrag, hoe moet ze ook weten wat ‘normaal’ is in deze situatie. Eefje gaat alle kanten op in haar gevoel, het lijkt wel een achtbaan! Omdat ze zich niet lekker voelt wil ze graag een gesprek met een andere behandelaar. Ze is inmiddels jongvolwassen en wil ook zo behandeld worden. Uiteraard wordt Eefje serieus genomen. Er wordt nog eens goed naar haar gekeken. Haar gedrag lijkt erg op borderline, vindt de nieuwe behandelaar. En er volgt wederom een test…
Ik zou dit verhaal nog verder kunnen schrijven over hoe iemand als Eefje uiteindelijk een middelenafhankelijkheid krijgt of hoe ze ook nog de diagnose schizofrenie van het paranoïde type opgeplakt krijgt of een stempel vermijdende persoonlijkheid, nog meer stempels dus.
Zo onder elkaar gezet klinkt het verhaal misschien absurd maar de werkelijkheid is echt zo schokkend!!! Wij krijgen regelmatig meisjes in het begin van hun puberteit met stempels waar je u tegen zegt. En deze meisjes zijn allemaal door de GGZ gediagnosticeerd. En allemaal verschuilen ze zich achter hun opgeplakte stempel;
“Ik kan mij niet vrolijk voelen want ik ben depressief”
“Ik kan me niet concentreren want ik heb ADHD”
“Ik heb geen vrienden want ik ben autist”
We zien ook heel vaak, veel vaker dan ons lief is, meisjes (zeker ook jongens, maar vooral meisjes) die heel veel stempels opgeplakt krijgen… een meisje van 20 met maar liefst 11 diagnoses! Een meisje van 17 met 3 diagnoses! Een jongen van 15 met 6 diagnoses! Wij zien deze diagnoses en stempels allemaal in onze praktijk. Een meisje dat eerst autist was en zich (uiteraard) ook zo gedraagt en tijdens de behandeling bij ons, opnieuw door de GGZ werd gediagnosticeerd. Ditmaal met stempel ADHD en binnen de kortste keren ging zij zich gedragen als een rasechte ADHD’er. Het is bijna wonderlijk wat er gebeurd als je mensen (vooral jonge mensen) stempels op plakt. Waarom is onze cultuur toch zo gericht op stempelen en in hokjes plaatsen?
Wij plaatsen niet in hokjes! Ook onze paarden staan niet in hokjes. Zij staan buiten in “vrijheid” (uiteraard wel een hek erom heen anders wordt de buurman boos) en in kudde verband. Elke paard heeft zijn eigen taak en talent in de kudde. Elk paard heeft zijn eigen verleden wat zijn karakter en gedrag medebepaald heeft en elk paard word ook behandeld naar wat bij hem of haar past en nodig is. En zo worden mensen bij ons ook gezien…. Elk persoon met zijn eigen talent en plek binnen gezin, school, werk en de maatschappij. Ieder met een eigen verleden wat mede karakter en gedrag bepaald heeft en elk met eigen behandeling naar wat bij hem of haar past en nodig is.
Wie zien geen stempels en diagnoses in onze praktijk. Wij zien wel mensen die niet lekker in hun vel zitten, mensen die vastlopen, mensen die problemen ervaren, mensen die heftige ervaringen hebben opgedaan en daar last van ondervinden… Gewoon mensen zoals jij en ik!
Mocht je nu zelf graag als “gewoon mens” behandeld willen worden en dus zonder stempels, meld je dan aan voor therapie bij ons. We hebben plek vrij, we hebben geen wachtlijst en als je het advies van je therapeut opvolgt dan kunnen wij je beloven dat ook jij je veel beter in je vel voelt na een traject bij ons. We ontmoeten je graag bij onze paarden.
Brenda Mes
Eigenaar en 2Tango therapeut
Paarden in therapie.
Paarden reageren vanuit overlevingsinstinct. Daarom is therapie met paarden ook zo bijzonder. Benieuwd hoe dit precies in zijn werk gaat? Bekijk dan deze vlog van Brenda.